ImageVerifierCode 换一换
格式:DOCX , 页数:13 ,大小:141.09KB ,
资源ID:22079305      下载积分:3 金币
快捷下载
登录下载
邮箱/手机:
温馨提示:
快捷下载时,用户名和密码都是您填写的邮箱或者手机号,方便查询和重复下载(系统自动生成)。 如填写123,账号就是123,密码也是123。
特别说明:
请自助下载,系统不会自动发送文件的哦; 如果您已付费,想二次下载,请登录后访问:我的下载记录
支付方式: 支付宝    微信支付   
验证码:   换一换

加入VIP,免费下载
 

温馨提示:由于个人手机设置不同,如果发现不能下载,请复制以下地址【https://www.bdocx.com/down/22079305.html】到电脑端继续下载(重复下载不扣费)。

已注册用户请登录:
账号:
密码:
验证码:   换一换
  忘记密码?
三方登录: 微信登录   QQ登录  

下载须知

1: 本站所有资源如无特殊说明,都需要本地电脑安装OFFICE2007和PDF阅读器。
2: 试题试卷类文档,如果标题没有明确说明有答案则都视为没有答案,请知晓。
3: 文件的所有权益归上传用户所有。
4. 未经权益所有人同意不得将文件中的内容挪作商业或盈利用途。
5. 本站仅提供交流平台,并不能对任何下载内容负责。
6. 下载文件中如有侵权或不适当内容,请与我们联系,我们立即纠正。
7. 本站不保证下载资源的准确性、安全性和完整性, 同时也不承担用户因使用这些下载资源对自己和他人造成任何形式的伤害或损失。

版权提示 | 免责声明

本文(An Inventory and Assessment of Options for Reducing EmissionsWord文档格式.docx)为本站会员(b****8)主动上传,冰豆网仅提供信息存储空间,仅对用户上传内容的表现方式做保护处理,对上载内容本身不做任何修改或编辑。 若此文所含内容侵犯了您的版权或隐私,请立即通知冰豆网(发送邮件至service@bdocx.com或直接QQ联系客服),我们立即给予删除!

An Inventory and Assessment of Options for Reducing EmissionsWord文档格式.docx

1、Thema Gebouwde Omgeving, business line Infrastructuur, Van Mourik Broekmanweg 6, 2628 XE DelftEmail: steven.mookhoektno.nl, Telefoon: 0888 6 63745Sandra M. J. G. ErkensTU Delft, Faculty of Civil Engineering and Geosciences (CiTG), section Road & Railway Engineering, Stevinweg 1, 2628 CN Delft, The N

2、etherlands&Rijkwaterstaat, Departement GPO, Griffioenlaan 2, 3526 LA Utrecht, The NetherlandsSamenvatting Het nieuwe onderzoeksproject NederLands Langjarig Asfalt Bemonsteringsprogramma (NL-LAB) heeft als doel de materiaaleigenschappen tussen een gerealiseerd werk in de praktijk te vergelijken met d

3、e eigenschappen zoals gevonden voor een laboratorium gemengd en verdichte mengsels via typeonderzoek beproevingen. Van hetzelfde mengsel zoals toegepast is een asfaltwerk zijn proefstukken die in het laboratorium gemengd en verdicht zijn, beproefd volgens Proef 62 (RAW standaard 2010). De resultaten

4、 van de proefstukken, beproefd op stijfheid, indirecte treksterkte en de watergevoeligheid, weerstand tegen vervorming en weerstand tegen vermoeiing, worden vergeleken met de proefstukken gemengd in een asfaltcentrale en verdicht in het laboratorium en met proefstukken verkregen uit werk in de prakt

5、ijk. Uit de resultaten van de eerste twee werken lijkt naar voren te komen dat de eigenschappen gevonden voor de in de laboratorium vervaardigde proefstukken zeker niet direct representatief zijn voor de eigenschappen van in werken in de praktijk en dat de reproduceerbaarheid van de resultaten voor

6、een enkele van de beproevingen in een tweede experiment te wensen overlaat.1. InleidingSinds de wijziging in 2008 van de Standaard RAW Bepalingen worden asfaltbeton mengsels CE geclassificeerd. Hiertoe worden de mengsels functioneel beproefd conform de regelgeving volgens proef 62 van de RAW bepalin

7、gen. De materiaaleigenschappen die worden bekeken vanuit de functionele benadering zijn stijfheid, watergevoeligheid, weerstand tegen vermoeiing en weerstand tegen vervorming. Om deze eigenschappen vast te stellen worden laboratoriumvervaardigde mengsels als representatief genomen voor mengsels gebr

8、uikt en aangelegd in de praktijk. Een vraag die men kan stellen is of de eigenschappen zoals gemeten in het laboratorium werkelijk representatief zijn voor de eigenschappen in de praktijk en of dit toetsbaar is. In het opgezette NL-LAB programma (2012) wordt de relatie tussen de (gemeten) eigenschap

9、pen van laboratoriumvervaardigde mengsels vergeleken met de prestatie eigenschappen van de mengsels in de praktijk die het typeonderzoek zou moeten vaststellen.Het NL - LAB onderzoek is op gezet zoals beschreven door Erkens et al. 2014. NL-LAB is een acroniem dat staat voor NederLands Langjarig Asfa

10、lt Bemonsteringsprogramma maar verwijst daarnaast naar een het systematisch inzetten van ons grootschalig buiten laboratorium” (het wegennet).Figuur 1: NL-LAB logo, het Nederlands wegennet als “laboratorium” (Erkens et al. 2014)De wegvakken uit het NL-LAB programma zullen na verwachting inzicht geve

11、n in de samenhang tussen samenstelling, laboratorium typeonderzoek resultaten, uitvoering en gedrag in de weg. Vaak manifesteren eigenschappen zich pas meerdere jaren na aanleg en daarom zullen de wegvakken over meerdere jaren worden gemonitord en bemonsterd om ook de eigenschappen en prestaties in

12、de tijd te volgen. De resultaten van de beproevingen die deel uitmaken van proef 62 zullen dus gedurende de leeftijd van de weg met elkaar worden vergeleken alsook met de eigenschappen zoals vastgesteld in het typeonderzoek op het in het laboratorium vervaardigde materiaal.2. ExperimentenOp dit mome

13、nt van schrijven zijn de resultaten beschikbaar voor twee verschillende uitgevoerde werken. De mengsels die hiervoor zijn gebruikt en onderzocht zijn:Werk 1: AC base 60% PRWerk 2: AC base 50% PROm mogelijke verschillen voor de mengsels te bepalen tussen de laboratoriummonsters en de materialen uit d

14、e weg, zijn verschillende proefstukken geproduceerd van deze mengsels. De eerste groep proefstukken zijn de proefstukken zoals vervaardigd voor het typeonderzoek. Deze proefstukken zijn geheel in het laboratorium vervaardigd. Ze zijn in het laboratorium gemengd en verdicht. De precieze verdichting i

15、s afhankelijk voor de beoogde proef; gyrator verdichting voor de weerstand tegen vervorming en de watergevoeligheidsexperimenten, en plaatverdichting voor de bepaling van de stijfheid en de weerstand tegen vermoeiing. Een volgende groep proefstukken zijn molengemengd en vervolgens gelijk aan de eers

16、te groep proefstukken in het laboratorium verdicht. Deze groep zal in vergelijking met de eerste groep, de geheel in het laboratorium vervaardigde proefstukken, het verschil in functionele eigenschappen geven voor het verschil in mengmethode. De laatste groep proefstukken zijn de proefstukken zoals

17、verkregen uit de praktijk. Deze proefstukken zijn dus molengemengd en verdicht met een wals op het werk. Deze groep proefstukken zal dus ook inzicht geven in het verschil tussen de verdichtingsmethoden. De drie groepen proefstukken zijn dus als volgt:1. Proefstukken geheel in het laboratorium vervaa

18、rdigd, laboratorium gemengd en verdicht (L)2. Proestukken molen gemengd en laboratorium verdicht (M)3. Proefstukken uit de weg, molen gemengd en wals verdicht (W)Voor het eerste werk (AC 22 base 60%PR) werden naast de plaatverdichting ook proefstukken vervaardigd d.m.v. handwalsverdichting. De versc

19、hillende mengsels zijn beproefd op stijfheid (EN 12697-26), indirecte treksterkte en de watergevoeligheid (EN 12697-12), de weerstand tegen vervorming (EN 12697-25) en de weerstand tegen vermoeiing (EN 12697-24) volgens de richtlijnen in Proef 62 (RAW bepalingen 2010). De monsterproductie en de expe

20、rimenten zijn uitgevoerd door de aannemers van de verschillende werken.3. ResultatenWerk 1StijfheidVoor het eerste werk is de gemeten waarde voor de gemiddelde stijfheid nagenoeg constant (binnen de foutenmarge) voor alle drie de fasen (L, M, W). Dat het (type) verdichten een significant effect heef

21、t op de resultaten, is duidelijk af te leiden uit de verkregen resultaten voor de stijfheid, wanneer verdicht met de handwals. Voor deze laatste groep proefstukken wordt steeds een hogere stijfheid gemeten (Figuur 2). Figuur 2: Stijfheids meting van het mengsel van werk 1, geheel in het laboratorium

22、 vervaardigd (L), molen gemengd en laboratorium verdicht (M) en uit de weg (W)De gemeten stijfheid voor de labvervaardigde mengsels lijkt echter representatief voor de vastgestelde stijfheid van beide molengemengde mengsels en lijkt er hier op basis van typeonderzoek een goede inschatting gemaakt te

23、 kunnen worden van wat op het werk wordt verkregen na aanleg.ITT ITSRVoor de indirecte trektest worden in absolute zin enkele afwijkende waarden gevonden voor de treksterkte tussen laboratorium-, molen- en werkproefstukken. Er is een verschil zichtbaar tussen de laboratorium gemengde en de molengeme

24、ngde proefstukken. Voor de laboratorium gemengde en verdichte proefstukken zijn significant hogere waarden gemeten voor de indirecte treksterkte dan voor de proefstukken gemengd in de molen en verdicht in het laboratorium. Hierbij dient vermeld te worden dat de foutenmarge in de data significant is

25、(Figuur 3). Door deze foutenmarge in de ITT waarden accumuleert de fout in de ITSR waarden waardoor de significantie van de ITSR waarden voorzichtig twijfelachtig mag worden genoemd. Op basis van de huidige gemiddelde ITSR waarden en de vastgestelde foutenmarge zou geconstateerd kunnen worden dat de

26、 mengsels zoals gemeten voor fase L representatief zouden kunnen zijn voor de eigenschappen in de praktijk. Maar zoals vermeld, is de onzekerheid hierin groot.Figuur 3: Indirecte treksterkte en watergevoeligheid van het mengsel van werk 1Weerstand tegen permanente vervormingOvereenkomstig met de ITT

27、 waarden worden voor de triaxiaaltest ook afwijkende waarden gevonden voor de verschillende fasen. De foutenmarge in de metingen van de onderlinge fasen is echter relatief klein; wat een duidelijk verschil tussen de fasen suggereert. De variatie in de resultaten van de triaxiaaltest zijn zeer groot

28、tussen proefstukken uit de weg en de laboratoriumproefstukken, dat afgevraagd moet worden of de materiaalbereiding in combinatie met de triaxiaaltest zoals hier ingezet voor typeonderzoek representatief is voor het vaststellen van materiaalprestaties in de praktijk (Figuur 4). De observaties suggere

29、ren dat het waargenomen verschil sterk afhankelijk is van zowel de manier van asfalt produceren (L vs. M) alsook van de manier van verdichten (M vs. W). De vraagt rijst vervolgens hoe waardevol deze beproeving is als onderdeel van de huidige typeonderzoek procedure voor asfaltbeton wanneer zulke ver

30、schillen worden waargenomen.Figuur 4: Weerstand tegen vervorming van het mengsel van werk 1Weerstand tegen vermoeiingDe vermoeiingstesten (waarden 6) lijken weer beter aan te sluiten tussen de verschillende fasen en er worden vergelijkbare waarden over de 3 verschillende fasen gevonden (binnen de fo

31、utengrenzen). De foutenmarge (bepaald op basis van de correlatiecofficint van de vermoeiingslijn) is echter significant en maakt een nauwkeurig onderscheid tussen de verschillende fasen relatief moeilijk (figuur 5). Opvallend is ook hier, overeenkomstig aan de vastgestelde waarden voor de stijfheid, dat de gemiddelde waarden voor de weerstand tegen vermoeiing hoger liggen voor de handwalsverdichte proefstukken en dat de resultaten over het algemeen met een kleinere spreiding rond het gemiddelde worden verkregen. Dit duidt erop dat verdichting (de mate en de mani

copyright@ 2008-2022 冰豆网网站版权所有

经营许可证编号:鄂ICP备2022015515号-1